Af en toe komt een bizarre vriend langs bij ons langs. We kijken zelfs naar hem uit, zo bijzonder is hij.
Alleen als we op een zwoele avond in de tuin zitten, zien we hem passeren. Dan kunnen we profiteren van zijn gezelschap terwijl we onze voeten door het gras laten kietelen en we bij een glas rood genieten van de zonsondergang die met de boomgaard flirt.
Net als onze tuin zijn pyjama aantrekt, is Valère van de partij om bij ons uit te waaien en te bekomen van de dag. Hij drinkt nooit met ons mee, maar is wel verlekkerd om een hapje mee te pikken. Valère is helemaal geen spraakwaterval, integendeel. Veel taal hebben we van hem nog niet gekregen. Toch brengt zijn kwieke manier van doen een pak levendigheid in ons gesprek.
Eigenwijs is hij ook, want als hij komt, weigert hij te bellen en hij vertrekt ook weer zonder veel tamtam. Soms krijg ik zelfs de indruk dat hij onze aanwezigheid maar matig apprecieert, dat hij onze tuin eerder ziet als zijn territorium, waar wij toevallig als indringers zitten.
Eigenlijk lijkt hij dus boertig, maar we nemen hem zoals hij is: verrassend, klein en ontzettend actief. Daarmee zorgt hij net voor dat extraatje in de tuin. Valère fladdert steeds weer van hier naar daar, botst nergens tegenop, jaagt intussen wat rond en bezorgt ons een bewegend beeld dat boeiender is dan een aflevering uit National Geographic
Zijn aanwezigheid blijft natuurlijk ook spannend. Want stel dat hij eens in onze haren blijft hangen, per vergissing, Dat zou zomaar kunnen. Of stel dat de vampierentrillers toch niet verzonnen zijn en er ineens twee gaatjes in onze nek blijken te zitten.
Alleen als we op een zwoele avond in de tuin zitten, zien we hem passeren. Dan kunnen we profiteren van zijn gezelschap terwijl we onze voeten door het gras laten kietelen en we bij een glas rood genieten van de zonsondergang die met de boomgaard flirt.
Net als onze tuin zijn pyjama aantrekt, is Valère van de partij om bij ons uit te waaien en te bekomen van de dag. Hij drinkt nooit met ons mee, maar is wel verlekkerd om een hapje mee te pikken. Valère is helemaal geen spraakwaterval, integendeel. Veel taal hebben we van hem nog niet gekregen. Toch brengt zijn kwieke manier van doen een pak levendigheid in ons gesprek.
Eigenwijs is hij ook, want als hij komt, weigert hij te bellen en hij vertrekt ook weer zonder veel tamtam. Soms krijg ik zelfs de indruk dat hij onze aanwezigheid maar matig apprecieert, dat hij onze tuin eerder ziet als zijn territorium, waar wij toevallig als indringers zitten.
Eigenlijk lijkt hij dus boertig, maar we nemen hem zoals hij is: verrassend, klein en ontzettend actief. Daarmee zorgt hij net voor dat extraatje in de tuin. Valère fladdert steeds weer van hier naar daar, botst nergens tegenop, jaagt intussen wat rond en bezorgt ons een bewegend beeld dat boeiender is dan een aflevering uit National Geographic
Zijn aanwezigheid blijft natuurlijk ook spannend. Want stel dat hij eens in onze haren blijft hangen, per vergissing, Dat zou zomaar kunnen. Of stel dat de vampierentrillers toch niet verzonnen zijn en er ineens twee gaatjes in onze nek blijken te zitten.