Waarin we van Utah naar Wyoming trekken, tussen de staten de verschillen merken en ineens vanuit een saloon ‘you are my sunschine’ horen zingen.
Donderdag 6 aug : Doordat we rijkelijk genoten van de zoutvlakten en het dobberen in het zoutmeer, was het al flink toen we toekwamen aan de zuidrand van Wyoming. Een beetje buffelvlees bakken en er truffelaardappelen bij koken lukte nog prima. Zowaar een feestmaal met ingrediënten uit Californië en Utah.
Vrijdag bolden we richting het noorden van Wyoming richting Teton National park. Het verschil met Utah was goed te merken. Langs het glooiende landschap passeerden we weidse velden met koeien en paarden en daartussen stonden hier en daar een ranch in donkerhout. Stel je een landschap van Ierland voor met de schapen die ruim de plaats hebben. Over dat heuvelachtige landschap liep de afrastering tussen de ranches als de stekels van een dino bovenop de heuvels.
De weinige dorpen die we passeerden waren ronduit schattig. Een helemaal in hout opgetrokken saloon, een postkantoor, een winkel en een handvol huizen. In totaal wonen er 150 tot 500 mensen in de dorpen langs de hoofdweg. In één van de winkels vonden we brood en merkte Ewout dat er ook spiermelk is waar uitdrukkelijk geen melk inzit (Muscle milk, without milk). Hij vond dat uiteraard zo hilarisch dat we algauw met zijn allen ons niet meer kunnen houden voor die koelkast. Ik zag de dame achter de toonbank denken: rare jongens die Europeanen
Hoe dichter we de Tetons naderden hoe meer het landschap aan Zwitserland deed denken. Naaldbomen, houten huizen (weliswaar met Amerikaanse vlaggen). De rode rotsen die tussen het groen uitsteken zetten ons weer in het Amerikaanse landschap.
En dan mochten we de eerste stad voor de nationale parken bezoeken: houten trottoirs, saloons, winkels met typische indianen spullen gebroederlijk tegenover cowboyshops. Ik heb altijd een voorliefde voor de indianencultuur gehad, maar deze stad is met uitstek de plek voor Lucky Luke. Hier voelde hij zich helemaal in zijn nopjes. En hij ging graag met ons op onderzoek. We bewonderden de rekken vol cowboyhoeden. We mochten eigenlijk geen foto’s nemen met een hoed op, maar we zijn creatief in die dingen. En dat mag in Wyoming, want ze gaan hier ook heel creatief om met de wet rond alcohol gebruik, tot groot jolijt van Marjolein die eindelijk in het openbaar een glas witte wijn mag vragen.
We zetten een bezoek aan het museum op de menu voor één van de volgende dagen en verderop in de straat tuimelden we zowaar een theater binnen. Maar dat verhaal krijg je in het lang en het breed in het volgende stuk
Donderdag 6 aug : Doordat we rijkelijk genoten van de zoutvlakten en het dobberen in het zoutmeer, was het al flink toen we toekwamen aan de zuidrand van Wyoming. Een beetje buffelvlees bakken en er truffelaardappelen bij koken lukte nog prima. Zowaar een feestmaal met ingrediënten uit Californië en Utah.
Vrijdag bolden we richting het noorden van Wyoming richting Teton National park. Het verschil met Utah was goed te merken. Langs het glooiende landschap passeerden we weidse velden met koeien en paarden en daartussen stonden hier en daar een ranch in donkerhout. Stel je een landschap van Ierland voor met de schapen die ruim de plaats hebben. Over dat heuvelachtige landschap liep de afrastering tussen de ranches als de stekels van een dino bovenop de heuvels.
De weinige dorpen die we passeerden waren ronduit schattig. Een helemaal in hout opgetrokken saloon, een postkantoor, een winkel en een handvol huizen. In totaal wonen er 150 tot 500 mensen in de dorpen langs de hoofdweg. In één van de winkels vonden we brood en merkte Ewout dat er ook spiermelk is waar uitdrukkelijk geen melk inzit (Muscle milk, without milk). Hij vond dat uiteraard zo hilarisch dat we algauw met zijn allen ons niet meer kunnen houden voor die koelkast. Ik zag de dame achter de toonbank denken: rare jongens die Europeanen
Hoe dichter we de Tetons naderden hoe meer het landschap aan Zwitserland deed denken. Naaldbomen, houten huizen (weliswaar met Amerikaanse vlaggen). De rode rotsen die tussen het groen uitsteken zetten ons weer in het Amerikaanse landschap.
En dan mochten we de eerste stad voor de nationale parken bezoeken: houten trottoirs, saloons, winkels met typische indianen spullen gebroederlijk tegenover cowboyshops. Ik heb altijd een voorliefde voor de indianencultuur gehad, maar deze stad is met uitstek de plek voor Lucky Luke. Hier voelde hij zich helemaal in zijn nopjes. En hij ging graag met ons op onderzoek. We bewonderden de rekken vol cowboyhoeden. We mochten eigenlijk geen foto’s nemen met een hoed op, maar we zijn creatief in die dingen. En dat mag in Wyoming, want ze gaan hier ook heel creatief om met de wet rond alcohol gebruik, tot groot jolijt van Marjolein die eindelijk in het openbaar een glas witte wijn mag vragen.
We zetten een bezoek aan het museum op de menu voor één van de volgende dagen en verderop in de straat tuimelden we zowaar een theater binnen. Maar dat verhaal krijg je in het lang en het breed in het volgende stuk