Onze eindbestemming voor de komende dagen lag midden Utah, net tussen Arches en Canyonland National park. We werden verwacht in Moab. Vóór onze doortocht hadden we nog de tip gekregen om toch eens langs red Canyon te passeren. Helemaal niet zo toeristisch als de Grand Canyon, maar zeker zo indrukwekkend. Rode rotswanden die diep uitgesleten waren door de green river. Het kunstenaarsduo het water en de tijd had alweer een prachtige meesterwerk van de natuur geleverd. Kleur schakeringen alom. We werden er stil van.
Zodra we verderop in Vernal toekwamen (nabij dinasour national monument dat we niet bezoeken) voelde het alsof we in een 4D film zaten. Aan zoveel details merkten we dat we niet in Europa rondreden. Bij een tankstation naast een supermarkt kwam de één na de andere pick-up op de parking gereden. In sommige stond een hond zomaar los in de laadbak, met de haren in de wind. Een mollige vrouw zat zowaar geklemd tussen de autostoel en het stuur van haar pick-up. Toch lepelde ze nog gretig ijskreem uit een kleine emmer. Achterin een andere pick-up goot een man drie zakken ijsbrokken leeg in een koelbox op de laadruimte. Hij ging ongetwijfeld vissen met zijn kompanen en wou zijn bier koel houden. Uit de supermarkt kwam een gezin naar buiten. Van groot naar klein op een rij slurpten ze allemaal uit gigantische bekers hun zoete dranken in geel, rood, oranje, groen en blauw. Films zijn zelden overdreven, behalve de actiefilms dan.
Onderweg hielden we ook even halt bij een bergpas. Een Amerikaans koppel uit Idaho vroeg me een foto te nemen. Een vreemd gesprek volgde. Wat wij zo mooi vinden aan deze streek? Waarom we gekomen zijn? Wat we doen voor werk? Alsof we curiosa zijn. De man zag er zo Amerikaans uit als wat. Een geruit hemd, spiegelglazen, licht rood haar, een jeans en daarboven lederen cowboychaps (overbroek). Alleen het paard was vervangen door een motor.
Toen we tegen de avond in Moab landden, was ik om een andere reden overweldigd. We passeerden de buitenkant van Arches national park, beroemd om zijn grootst aantal natuurlijke bogen. Evengoed waren de flanken rondom al indrukwekkend. Stijle wanden in gevlamde terracotta waar ik alleen de bovenkant kon van zien door van helemaal onderaan het raam naar boven te kijken. Een krekel voelde ik me tussen deze grillige wanden helemaal gehouwen door de natuur.
We werden warm onthaald daar, heet zelfs. Met meer dan 100° F (tegen de 40° C) zaten we zowat aan de dubbele temperatuur van Yellowstone. En we zouden de komende dagen nog genoeg puffen en drinken, water vooral.
Zodra we verderop in Vernal toekwamen (nabij dinasour national monument dat we niet bezoeken) voelde het alsof we in een 4D film zaten. Aan zoveel details merkten we dat we niet in Europa rondreden. Bij een tankstation naast een supermarkt kwam de één na de andere pick-up op de parking gereden. In sommige stond een hond zomaar los in de laadbak, met de haren in de wind. Een mollige vrouw zat zowaar geklemd tussen de autostoel en het stuur van haar pick-up. Toch lepelde ze nog gretig ijskreem uit een kleine emmer. Achterin een andere pick-up goot een man drie zakken ijsbrokken leeg in een koelbox op de laadruimte. Hij ging ongetwijfeld vissen met zijn kompanen en wou zijn bier koel houden. Uit de supermarkt kwam een gezin naar buiten. Van groot naar klein op een rij slurpten ze allemaal uit gigantische bekers hun zoete dranken in geel, rood, oranje, groen en blauw. Films zijn zelden overdreven, behalve de actiefilms dan.
Onderweg hielden we ook even halt bij een bergpas. Een Amerikaans koppel uit Idaho vroeg me een foto te nemen. Een vreemd gesprek volgde. Wat wij zo mooi vinden aan deze streek? Waarom we gekomen zijn? Wat we doen voor werk? Alsof we curiosa zijn. De man zag er zo Amerikaans uit als wat. Een geruit hemd, spiegelglazen, licht rood haar, een jeans en daarboven lederen cowboychaps (overbroek). Alleen het paard was vervangen door een motor.
Toen we tegen de avond in Moab landden, was ik om een andere reden overweldigd. We passeerden de buitenkant van Arches national park, beroemd om zijn grootst aantal natuurlijke bogen. Evengoed waren de flanken rondom al indrukwekkend. Stijle wanden in gevlamde terracotta waar ik alleen de bovenkant kon van zien door van helemaal onderaan het raam naar boven te kijken. Een krekel voelde ik me tussen deze grillige wanden helemaal gehouwen door de natuur.
We werden warm onthaald daar, heet zelfs. Met meer dan 100° F (tegen de 40° C) zaten we zowat aan de dubbele temperatuur van Yellowstone. En we zouden de komende dagen nog genoeg puffen en drinken, water vooral.