Miekes boomhutschrijfsels
Vind me terug via
  • Over mij
  • hopen en koesteren
  • Fijne woorden
  • Leven, dat is één groot avontuur
    • agenda Het Nest
  • Contact
  • USA 2015

August 14th, 2016

8/14/2016

0 Reacties

 

Een rustige dag, zo hadden we het gepland. We trokken vanuit Jackson langs de rechter lus door Teton nationaal park; aan een zacht tempo zodat we tussendoor van de vergezichten konden genieten. De route was rijkelijk bedeeld met stopplaatsen waarbij we een zicht op de Tetons kregen en de bizons in de verte konden spotten. Bij de snake river vertelde een Amerikaanse visser dat hij helemaal fan is van de autoracen in Spa. Hij zou dus kijken over drie weken. Ik vind het nog steeds gek dat mensen hier België Uberhaupt weten liggen. Want wat weten wij nu te vertellen van Tennessee of Minnesota? We zaten rustig bij de vissers langs de snake river en wachtten mee op zijn vangst. Eigenlijk was het omgekeerd, we wandelden voorbij terwijl de man ons bleef aanspreken. ‘Kijk dit is een forel die je alleen hier in Teton tegenkomt,’ en hij bleef met alle plezier vertellen over die soort forel, waarom die er zo uitzag. Zomaar, omdat hij vond dat wij dat hoorden te weten.  

Bij het bezoekerscentrum kwam een gezin met veel kinderen net binnen om zich in te schrijven als junior-rangers. De kinderen hadden langs hun tocht een aantal opdrachten uitgevoerd met een ranger en nu kregen ze daarvoor een echte badge als bewijs. Heel ernstig hoor allemaal. Iedereen moest de eed afleggen door met de hand opgestoken de woorden van de ranger te herhalen.  ‘Ik zweer dat ik overal waar ik kom de natuur zal respecteren, wat ik geleerd heb in Teton National park altijd zal onthouden en erover zal vertellen als ik thuis ben.’ Mooi toch?   

Uiteindelijk kwamen we in het noorden van Teton terecht, waar Jackson lake ons met een open meer verwachtte. Keienstranden in tinten rood, paars, blauw, grijs en boten in de haven. Verweerde wit getrokken boomstronken als zitbanken om van de zon te genieten. Langs het water picknickten we zo on-Amerikaans als maar kan. Frans stokbrood met Italiaans gerookt vlees, smeerkaas van de lachende koe en Nesquick chocomelk. Af en toe spelen we op veilig.

De mannen pakten daarna met plezier hun zwembroek omdat we via een klein schiereiland naar een rustig stuk aan het water trokken. Een weids meer met de teton bergen aan de ene kant en naaldbomen aan de andere kant. We leken een zalig moment alleen op de wereld, daar aan het water.

Puur vakantie dus. We vielen een klein beetje stil bij deze natuur en vonden dat meer dan ok. 

0 Reacties

going west part 21 : onze voorlaatste dag

9/14/2015

0 Reacties

 

Een dag waarin Wouter Deprez ons eindelijk gezelschap houdt en we doen alsof we op kamp zijn.

Doordat we heel laat toekwamen, ontdekten we ’s morgens pas dat we op een van de tofste plekken stonden van de camping. Helemaal aan de rand, met rond ons niets dan open veld, bos en bergen.

Een volle dag Rocky mountains kon van alles worden. Sportief met klimpartijen en uitdagende wandelingen, gevaarlijk op trajecten waar ook beren zitten of fotografisch langs sommige wandelpaden. Ik had me wel zoiets voorgesteld, maar het was veel te gezellig die ochtend ter plekke dat we bleven zitten om op het gemak koffie te slurpen en te zwaaien naar de cowboys die te paard tussen de naaldbomen hun ochtendwandeling deden. We zouden haast vergeten dat ook dat vakantie is : Niets dat haastig moet. We konden dus lepel voor lepel rustig profiteren van de laatste dag in de natuur.

We kuierden langs een meertje, gingen achterover liggen in het gras en hielden een restjes picknick in de verborgen vallei die me deed denken aan de film van Heidi in de bergen. En tussen onze korte tochten in hield Wouter Deprez ons gezelschap met de verhalen uit de jeugd van Carl Cneut. (bij deze even reclame maken voor ‘Slijk’)

Ruim voor de avond begonnen we aan de voorbereidingen van de special barbecue. Het leek in de verte een beetje op de laatste kampdag. Marjolein en Ewout verzamelden denappels en werden gepromoveerd tot vuurhaard experten. De groentjes werden gesneden en de maïs en aardappelen uit Ohia gepoft op de bbq. We maakten zelf onze originele burgers met alle geluk dat op een bord kon.

Het vuur bleef gloeien, en de verhalen groeiden terwijl de sterren ontwaakten en we tot in onze warme knieën beseften welke plek van de wereld we mochten ontdekken deze vakantie. Samen plooiden we onze herinneringen op om ze voor altijd overal mee te kunnen nemen.  




0 Reacties

going west part 20 : Rocky

9/14/2015

0 Reacties

 
Een dag waarop we van Latijns Amerika naar Zwitserland trokken in een paar uur en opnieuw niet voor donker thuis waren.

Volgens mij kan er niet veel tippen aan opstaan in een postkaart van mega zandduinen die door de ochtendzon beschenen worden. Zelfs de zwaluwen gingen samen op de draden zitten kijken naar de pasteltinten van zalmroze en zandgeel tegen de blauwige achtergrond van de monte Cristo,

Lang konden we er niet van genieten, want we hadden een druk traject voor de boeg. En alsof de mijlen nog niet voldoende waren, planden we ook nog ambitieus om onderweg een aantal bijzondere plekken te bezoeken. 

Dus vertrokken we meteen al om acht uur, terwijl Ewout nog in zijn nest lag bovenin de mobilhome. Als er ’s nachts een coyote loopt te schreeuwen naast de deur, is het niet voor iedereen simpel om de slaap weer te vatten.

Voor de middag kwamen we toe in Mannitou springs. Dichtbij lag ook Pueblo en andere steden met  klinkende Spaanse namen. Dat Mannitou springs eerst de thuis van Navajo indianen was, merkten we aan de beschilderde muren die hun verhalen vertelden. Recente kunstwerken, dat wel. In de winkels kwamen we zowel Mexicaanse handgeschilderde hebbedingen tegen als Keltische juwelen. Het stadje was een kleur- en geurrijke mengeling van culturen geworden.  

Aan de rand van de stad pikten we in de rapte nog een stukje van de tuin van de goden mee. Een oranje rotsrijk natuurpark waar ik me wel Adem en Eva in kon voorstellen, maar god niet. Want we weten sinds vorig jaar dat die in Toscane woont.

Georgetown lag maar een tweetal uur van Manitou springs af. We hadden alle reden voor die kleine omweg omdat George met ons meereisde, en dat is de naam van de pennenzak van Marjolein. Georgetown beloofde een stadje te zijn dat in Zwitserse stijl opbloeide door de zilvermijnen. De trein naar de mijnen neemt nu vooral toeristen mee en via de voorbereiding had ik me een levendige stad voorgesteld, waar we gezellig konden kuieren en wie weet nog wat souvenirs rapen.

Georgetown was wel gezellig, maar leek eerder op een stil dorp in de Franse alpen. We wandelden door zonnige straten en steegjes, met houten huizen en gestapelde houtblokken zoals in Zwitserland. Maar steevast was er op een of andere manier een Amerikaanse vlag verwerkt in het decor : geschilderd op het hout, in strikken of in een waaier naast de deur. Kabelende beekjes en wilde bloemen her en der, maakten het plaatje af.

De rest van de geplande route naar Rocky Mountain National park zat bol van de bochten. Een straffe uitdaging voor ons huis op wielen. Het was al heftig aan het schemeren tegen de tijd dat we aan de rand van  het natuurpark arriveerden, maar we moesten nog het park doorkruisen aan een traag tempo om de zigzagbanen te kunnen volgen en we moesten ook de dieren onderweg zien te ontwijken. Een aantal hazen, een vos en verschillende herten keken ons onderweg verbaasd aan. En elk van hen kon het verder vertellen.

Terwijl we helemaal in het helemaal donker langs de voor ons onzichtbare meren, watervallen, wilde bloemen en uitkijkposten passeerden tot aan de camping, hielden Stomae en Filip Kowlier ons met plezier gezelschap.  

0 Reacties

Going west part 19 : groot, groter, grootst die zandduinen

9/11/2015

0 Reacties

 
Een dag waarop we niet voor donker thuis geraakten, we onze voeten probeerden niet te verbranden en we ons op de typische Amerikaanse manier opwarmden.

Bij zonsopgang opstaan in de black Canyon en gewapend met een fototoestel de camping afwandelen, zo stil mogelijk om geen dieren te laten schrikken; dat was een meer dan mooi begin van de dag. Konijnen en eekhoorns sprongen weg voor mijn voeten, ik kwam een moeder hert tegen met haar bambi jong, even later gevolgd door de rest van het gezin. Nieuwsgierig spitsten ze de oren, alert voor dat mensdier dat in een knalrood pyamakleed hun terrein durfde te betreden.

En dan zetten we onszelf weer op weg, naar de grootste zandduinen van noord-Amerika.  

We hadden vier uur bochtenwerk met de camper voor de boeg vanuit black Canyon voor we de duinen bereikten. Dit deel van Colorado was een stuk mooier dan de eerste indruk die we gisteren kregen. Steeds weer veranderde het landschap van glooiende velden in alle tinten groen en geel, al dan niet met koeien en paarden in ranchen, rode houten huizen afgeboord met witgeschilderde houten hekken. Zonder waarschuwing kwamen we ineens tussen rotsen terecht en naaldbomen waar hier en daar herten liepen. Het kriebelde om te stoppen aan het pioniersmuseum waar de tipi’s buitenstonden. Het tintelde ook om bij de blue mesa aan een van de strandjes bij het meer halt te houden. Overal waar er water was met een keienstrand, kwamen we ook pick-ups tegen van vissers die hun buit zochten. Het bleek een bijzonder gegeerde hobby voor mannen en zonen onder elkaar.

Kort na de middag kwamen we via plaatsen met klinkende Spaanse namen aan in het nationale park. (de Spanjaarden gaven hier eerst de namen). We reden door de stad Alamosa en passeerden de Rio Grande (oftewel de ‘soep met ballekes’ voor diegene die de stripverhalen van Marsupilami kennen). De bergen die we aan de horizon zagen oprijzen ‘Sangre de Cristo Mountains’  waren tegen de 3000 meter hoog. Voor het berglandschap lag een land zo vlak als Nederland met velden vol kleine zonnebloemen. Tussen die bergen en het bloementapijt in, lagen de grootste zandduinen van Noord Amerika. We verwachtten meeuwen maar die waren er uiteraard niet. Er lag ook geen zee, alleen een kreek die tijdens de zomer fel was uitgedroogd.

De duinen zijn komen aanwaaien vanuit het dal van de Rio grande en worden nog steeds via de bergwind netjes op z’n plaats gehouden. De hoogste duinen zijn hier 230 meter. Om een idee te geven: de Space needle is 184 meter hoog, dus groeien de duinen nog ruim daarboven. De hoogste duin in Europa ligt in de Landes en is 107 meter hoog. België heeft geen gebouwen van 200 meter, het atomium kan twee keer in een duin. Dus weeral straf gedaan van de natuur hier. Ik had vooraf foto’s gezien, maar kon absoluut het landschap niet vatten. Alles is veel mooier life natuurlijk.

Kort na de middag liepen we voor het eerst op onze blote voeten door de kreek naar de duinen, maar het zand was tegen dan al ruim te heet. De temperatuur liep ’s middags op tot boven de 60°C. Niet voor tere voeten dus. Er waren wel mensen die een duintop opklauterden en met een surfbord terug naar beneden gleden. Het moet machtig zijn om dat te doen.

Wij beslisten om vroeg te eten en in de vooravond terug te keren zodra het zand bewandelbaar was. Eten maken met de duinen en bergen op de achtergrond gaf het gevoel alsof we midden in een postkaart zaten. Op het moment dat de avondzon de duinflanken voor de laatste keer die dag streelde, konden we aan het zandklimmen beginnen. Eerst was het flink afgekoelde zand zelfs verkwikkend. De lagen net onder het oppervlak, hadden nog warmte gespaard. Maar hoe hoger we klommen, hoe feller de wind van zich liet voelen. Het zand schuurde tegen ons bloot vel terwijl we over de kam van de ene duin naar de andere trappelden. De voetsporen achter ons werden dus al gauw weggevaagd. We hadden alleen een kameel te kort in dit decor.

Waar de mannen hun energie bleven halen, weet ik niet, maar ze holden tot een van de hogere toppen in de hoop de zon nog te zien ondergaan aan de andere kant. Voor Ewout was deze trip zelfs een van de hoogtepunten van de reis. Marjolein en ik genoten ergens halfweg van de kleuren die bij zonsondergang gauw veranderden. Intussen probeerden we dapper te negeren dat we gezandstraald werden.

Tegen de tijd dat we naar beneden ploeterden, schilderden ze aan de hemel al de eerste sterren, werd het ook snel heel koud en mochten we nog een eind stappen door het zand en de kreek voor we de mobilhome bereikten. We konden dus niet beter afsluiten dan met een echte Amerikaanse warme chocomelk met mini-marshmellows om ons op te warmen.   

0 Reacties

Going west part 18 : Colorado tijd

9/11/2015

0 Reacties

 
Waarin ik blijkbaar lekker ruik als in Colorado state binnenkom, de black canyon heerlijk rustig is en we merken dat het niet overal in de states zo superwelvarend is.

We zochten onderweg brood (behoorlijk moeilijk te vinden, zeker als het ook lekker brood mag zijn), twee potjes chocomousse (waarschijnlijk onmogelijk te vinden) en gewoon eten voor de komende dagen. Stel je de supermarken in Europa voor en vergelijk even. Terwijl ik aan het zoeken was tussen de eindeloos lange en brede gangen, ben ik minstens vijf keer aangesproken met: ‘he, hoe gaat het met je?’ of ‘kan ik je helpen om iets te vinden?’ of ‘zoek je iets?’ of ‘Hallo, alles ok met je?’

Het droop blijkbaar van mijn gezicht dat ik mijn weg niet vond. Uiteindelijk kwam ik bij het rek van de tomatensausen. Ik paste het even af. Zeven meter rek was er voor verschillende bokalen tomaten saus over vijf schappen. Minstens 75 soorten moeten er gestaan hebben. Ik stond daar een moment verwonderd naar te kijken tot iemand kwam vragen of er hulp nodig is.

‘Wel ja,’ gaf ik toe. ‘Welke saus past nu het best bij dat gerecht dat we vanavond presenteren?’

Vanzelf rolde ik in een boeiend gesprek met de winkelbediende die me hielp met het juiste merk, het juiste type, de juiste smaakcombinatie en voor de zekerheid vroeg hij ook nog of de rest van de ingrediënten al gevonden waren. Probeer dat maar eens in België.  Op het eind voegde de winkelbediende er nog uiterst keurig aan toe : ‘Mag ik je nog zeggen dat je lekker ruikt, sorry hoor, maar ik zeg het toch maar even.’ En weg was hij, me achterlatend met mijn bokaal.

Onderweg in de staat Colorado werd de minder grote welvaart ons op bepaalde plekken onder onze neus gewreven. Houten huizen die een beetje scheef hingen, de trappen naar de voordeur die hun vorm verloren had, afgebladerde verf, een pick-up voor de deur die in principe al op de schroothoop had thuisgehoord. Even afrijden van de gewone weg liet ons een decor zien dat zo anders was dan de toeristische stukken tot hiertoe. 

Tegen de late namiddag landden we in de black Canyon, waar de Gunisson rivier de kloof gedurende twee miljoen jaar had gevormd. In dit bijna kleinste natuurpark van Amerika kwam geen grote toeloop van toeristen en dat vonden we op zich al heerlijk. De korte wandeling langs de zuidrand van de canyon was een natuurlijke afwisseling op de rit van de dag.

Onze enige zorg was dat we op een paar meter van ons pad het gras platgetrapt zagen in een breed spoor dat met zekerheid niet kwam van een hert. Een beer was er dus kortgeleden nog gepasseerd en Ewout en Marjolein liepen zo ver voor ons uit dat we hen niet meer zagen. Ik moest mijn fantasieknop in mijn hersenen volledig afzetten om me niet constant te lopen inbeelden dat er achter elke bocht afgekloven beenderen konden liggen. Een mens zou onnozel worden van beren. En welke verlichtte geest heeft trouwens de uitdrukking gevonden: ‘je moet toch wel van de beer gegeten hebben om….’

Heel erg op onze hoede probeerden we toch te genieten van de route. De flanken van de canyon waren inderdaad veel donkerder dan die van de canyons die we hiervoor al zagen, maar zodra de zon over de toppen scheen, werd het kleurenpalet warmer. Op een bepaalde plek was gedurende de tijd een bijzondere laag tussen het zwarte gesteente ingeklemd. Ik vond parelmoer tussen de stenen, graniet en bijna bergkristallen. Losse glinsterende schilfers, een streep juweel in de rotsen.

Het viel me op dat iedereen die vanuit het hoogteplatteau naar beneden keek heel stil bleef, alsof de natuur dat afdwong. Om in alle rust de indrukken op te kunnen nemen.

’s Avonds bleven we binnen om eten te maken om de zwarte beren die hier de kleur van kaneel hebben, niet uit te dagen. Ik slaagde er eindelijk in om de tomatillo’s klaar te maken die ik dagen geleden in Jacksonhole kocht. Het is iets minder handig om een nieuwe groente klaar te maken zonder kookboek of internet om inspiratie uit te halen. De tomatillo’s smaakten rauw naar rabarber vond ik, en ook warm kwamen ze wat zurig over. Ik maakte er een groene salsa mee en die viel toch bij iedereen in de smaak.

Het mooie aan deze vakantie was ook dat we niet alleen onderweg waren om van alles te ontdekken, we waren ook samen onderweg en dat unieke wou ik koesteren. 

0 Reacties

Going west part 17 : land van Canyons

9/10/2015

0 Reacties

 
Een dag waarop we over een natuurlijk boog wandelden, Marjolein haar bord in twee sneed, onze hersenen bijna onze oren uitsmolten en we net geen zonneslag opliepen. Maar ik moet het toegeven, Canyonlands was groots.

Er zijn ongetwijfeld betere seizoenen om Canyonlands te bezoeken dan de zomer. 109° F in augustus was uiteraard heet maar we gingen ervan uit dat we die hitte van 43°C aankonden. Twee jaar geleden hadden we al eens Death valley met dodelijke temperaturen getrotseerd.

En toch.

Canyonland was groots zeker weten, 1366 km² om precies te zijn, ongeveer half West-Vlaanderen. De green river en de coloradoriver zorgden voor een deel van het wonderlijke en natuurlijke uitslijtwerk in de rotsen, en de wind deed de rest. Eerlijk, samen hebben ze een sterk kunstwerk afgeleverd. De rotslagen die gedurende duizenden jaren de rivieren uitsleten, waren zichtbaar en beneden ons ontvouwde zich een indrukwekkende vlakte.

Het volledig natuurgebied leek niet zo groot, toch was het niet evident om overal te komen, omdat er geen verbindingswegen waren over de rivieren. Om de drie districts te kunnen bereiken, moesten we mijlen en uren omrijden. Dus maakten we een keuze.

Wij bezochten Iland in the sky, een van de drie knappe districts in canyonland. Deze streek heeft zijn naam te danken aan de mist die soms tussen de canyons blijft hangen, waardoor de hoger gelegen stukken inderdaad lijken op Ilands die tussen de wolken drijven.

De kloven in de canyon waren 2000(610 m) tot 1000 voet (305m) diep met rotswanden die recht naar beneden liepen. Zet daar de Eiffeltoren tussen en je ziet hem niet meer staan. Maar het punt was dat we middenin dat decor, we echt geen gevoel voor afmetingen meer hadden; en we ook wenden aan alles, alsof het een normale habitat is. Maar dat is het niet. In deze ruwe brok natuur is leven voor de mens zelfs niet mogelijk, o.a. omdat de temperaturen zo scherp schommelen. En zo stonden we daar dus in een decor waar we tot aan de horizon langs alle kanten, niks van menselijke sporen zagen op de eenvoudige autoweg na.

We legden de trail af naar de mesa arch. Die wilden we hier echt gezien hebben, want hij kreeg een grote onderscheiding bij tripadviser. Wonderlijk dat iets als dit bestaat, een stenen boog die door erosie met water uitgesleten werd. Wij wandelden erover, maar een enkele kamikaze fietste er zelfs overheen. Ik verwonderde me met veel plezier ook voor alle andere kleinere natuurschoon onderweg, cactussen, wilde bloemen, hier en daar een vlinder en zelfs konijnen.

We hadden goesting om veel tochten te ondernemen om echt alles te bekijken van dit district, maar de hitte riep ons ineens een halt toe. Onderweg naar een uitkijkpunt leek het echt of de zon ons een tik tegen ons hoofd gaf.  

Dead horse point was het laatste state park dat we bezoeken. Stel je een klein schiereiland voor, niet omringt door water maar door kliffen, rotswanden die recht naar beneden lopen. Dead horse point dankt zijn gruwelijke naam aan iemand die vergeetachtig was. Vroeger dreven ze de paarden naar dit schiereiland en sloten de smalle doorgang af met een hek. Een keer vergaten ze de paarden, waardoor ze van dorst omkwamen terwijl 600 meter lager de coloradorivier stroomde.  

Die avond waren we zo murw van de zon dat we onszelf trakteerden op niet zelf koken. We probeerden ons in een pizzatent te integreren door vooraf de menukaart van buiten te blokken en dan pas te bestellen en toch duurde het een onhandige dialoog eer we onszelf verstaanbaar konden maken. Eigenlijk is het vooral de truc om eerst super te observeren hoe anderen het aanpakken om dan hun voorbeeld zo goed mogelijk te volgen. Enfin, uiteindelijk hebben we dan toch gegeten. Niet bijzonder lekker maar ter compensatie wel snel. De stukken pizza werden op kartonnen borden gegooid om op te warmen. In een poging om diepe canyons in de pizza te snijden, ging Marjoleins bord middendoor en de tanden van haar vork plooiden in alle richtingen. De min of meer slappe stukken moesten we dus met de hand te verorberen, toegeplooid alsof het een boterham was. De andere bezoekers genoten net iets meer van hun stukken pizza, al was er ook iemand die intussen van de Wifi gebruik maakte en al tokkelen op het klavier zijn pizza at. Hij genoot in elk geval van zijn mails.

0 Reacties

Going west part 16 : We doorbreken een hoop regels 

9/3/2015

0 Reacties

 
Het plan was om vroeg te vertrekken naar Arches zodat we vóór de felle zon het park konden bezoeken. De anderen konden zich kwiek uit bed hijsen, maar ik had precies slaap in te halen, dus paste ik deze keer voor het ochtendprogramma.

Marjolein, Ewout en Filiep trokken naar delicat Arch. Een boog die alleen te zien is na een wandeling die in totaal 5 mijl bedraagt (7,5 km ongeveer) maar onder de stekende zon en het hellende pad toch zeer zwaar was. 

De namiddag bleek inderdaad veel te warm om lang in het park te blijven, dus verkenden we deze keer wel samen Moab via alle schaduwplekken die er waren. Gek eigenlijk, de winkels krijgen ongetwijfeld maar een halve dag volk over de vloer, op het moment dat de schaduw aan hun kant valt.

Tegen valavond was ik toch verlekkerd om Arches eindelijk te zien. De dalende zon gaf aan de terracotta wanden en grond zo’n gloed af dat de stenen bijna licht leken af te geven, Fluorescerend rood bijna.

De formaties waren zo uniek dat we tijdens de tocht vaak gewoon stil bleven en alleen probeerden met onze ogen de beelden voor altijd vast te leggen, want foto’s vertellen hier maar een klein stukje van het verhaal.  Het is in elk geval indrukwekkend te zien wat de natuur kan, door erosie van wind en water sculpturen vormen die op figuren gaan lijken: mensen, magistraten, muren, een balancerende rots, een dubbel raam, een duivelse tuin maar ook de tuin van eden.

Door het jaar doen we flink ons best om alle regels te volgen, maar op reis durven we daar wel eens tegen zondigen. Ewout reed ons namelijk rond in het park met een voor een paar dagen te gebruiken wagen. Neen, hij heeft nog geen rijbewijs. Het leken dus extra rijlessen. Maar sst, ik weet zeker dat niemand van jullie dit ooit verder vertelt. In elk geval, met deze automatische wagen kon hij goed de bochten oefenen. Bij momenten was het zelfs handig dat Ewout alvast de auto wou halen, terwijl wij nog even in de schaduw bleven wachten.

Marjolein en ik merkten intussen ook dat mensen met verschillende talen mekaar heel goed begrijpen, ook zonder vertaling. Bij het bezoekerscentrum wou ik onze flessen met water aanvullen. In het park moesten we per dag elk een gallon (bijna 4 liter) drinken tegen uitdroging. Maar ik draaide de kraan onhandig niet iets te enthousiast open zodat niet alleen ikzelf maar ook de man achter me een douche kreeg.

Marjolein plaagde: ‘ja mama, je moet de fles wel eerst onder de kraan houden hé.

Waarop de man achter me in het Amerikaans antwoordde : ‘het is niet erg hoor, bij deze hitte doet een douche zelfs deugd.’

Op een ander moment riep Ewout overdreven: ‘Papaa , ist nog veeeeer?’

Waarop weer iemand in het Amerikaans antwoordde: ‘Nee hoor, alleen nog 7 minuten wandelen.’

Ik liep me al wandelen ook te verwonderen om allerlei kleine wonderen : cactussen, Aloe vera, de bloemen die bij dit hete klimaat toch bloeiden, de bewolking die verderop kwam opzetten en waarvan we de regen aan de horizon zagen uitvallen. Er was onweer op komst en we kregen alvast een dreigend kleurenpallet als voorsmaak.

’s Avonds kozen we voor een keertje om niet zelf te koken, maar een Mexicaan te proberen. Niemand van ons stond nog stil bij het alcoholverbod en daar zou iemand de gevolgen van voelen. Toen een heel toffe Mexicaanse ober onze drank opnam, gaf hij uitvoerig advies over de soorten bieren en bracht ze gezwind. Maar de manager kwam heel snel naar de ID van Ewout vragen en spelde ons als een echte sheriff de les. Maar ook de barman kreeg op zijn oren gaf hij later voorzichtig toe, we hadden echt met hem te doen.

Toch wou Ewout beide obers om de tuin leiden. Hij kreeg als vervanging van zijn biertje een visbokaal met spuitwater en dacht om die eerst helemaal op te drinken en dan in diezelfde rode beker stiekem het bier te gieten. Marjolein en ik werden zelfs medeplichtig door een deel van het water en ijs in onze fruitsap te kieperen. Ewout deed hard zijn best om zo snel mogelijk te drinken, maar hij had niet op de ijverige toffe ober gerekend. Net toen zijn glas bijna leeg was, kwam hij vriendelijk  een vers brengen. Het beteuterde gezicht van Ewout: hé, daar gaat mijn strak plan, in combinatie met de blik van de ober die wel merkte dat er iets niet in orde was, maar hij wist absoluut niet wat, was helemaal hilarisch.

Het is niet de bedoeling om ’s nachts in Arches natuurpark rond te hangen, maar we hadden die dag wel meer regels overschreden dus deden we het toch. Het was er stekedonker, uiteraard niks geen verlichting, maar dat maakte het juist zo mooi. De bliksem van de namiddag was komen opzetten maar bleef ver genoeg om veilig te zijn. De lichtflitsen zorgden ervoor dat we de contouren van de natuurlijke creaties tegen de nachtelijke hemel zagen. De sterren stonden helder uitgetekend en de krekels sjirpten de laatste dagwarmte van zich af.

Zowaar een moment waarin magie verborgen zat. 

0 Reacties

Going west part 15 : 4D films onderweg en een heet onthaal

9/3/2015

0 Reacties

 
Onze eindbestemming voor de komende dagen lag midden Utah, net tussen Arches en Canyonland National park. We werden verwacht in Moab. Vóór onze doortocht hadden we nog de tip gekregen om toch eens langs red Canyon te passeren. Helemaal niet zo toeristisch als de Grand Canyon, maar zeker zo indrukwekkend. Rode rotswanden die diep uitgesleten waren door de green river. Het kunstenaarsduo het water en de tijd had alweer een prachtige meesterwerk van de natuur geleverd. Kleur schakeringen alom. We werden er stil van.

Zodra we verderop in Vernal toekwamen (nabij dinasour national monument dat we niet bezoeken) voelde het alsof we in een 4D film zaten. Aan zoveel details merkten we dat we niet in Europa rondreden. Bij een tankstation naast een supermarkt kwam de één na de andere pick-up op de parking gereden. In sommige stond een hond zomaar los in de laadbak, met de haren in de wind. Een mollige vrouw zat zowaar geklemd tussen de autostoel en het stuur van haar pick-up. Toch lepelde ze nog gretig ijskreem uit een kleine emmer. Achterin een andere pick-up goot een man drie zakken ijsbrokken leeg in een koelbox op de laadruimte. Hij ging ongetwijfeld vissen met zijn kompanen en wou zijn bier koel houden. Uit de supermarkt kwam een gezin naar buiten. Van groot naar klein op een rij slurpten ze allemaal uit gigantische bekers hun zoete dranken in geel, rood, oranje, groen en blauw. Films zijn zelden overdreven, behalve de actiefilms dan.

Onderweg hielden we ook even halt bij een bergpas. Een Amerikaans koppel uit Idaho vroeg me een foto te nemen. Een vreemd gesprek volgde. Wat wij zo mooi vinden aan deze streek? Waarom we gekomen zijn? Wat we doen voor werk? Alsof we curiosa zijn. De man zag er zo Amerikaans uit als wat. Een geruit hemd, spiegelglazen, licht rood haar, een jeans en daarboven lederen cowboychaps (overbroek). Alleen het paard was vervangen door een motor.   

Toen we tegen de avond in Moab landden, was ik om een andere reden overweldigd. We passeerden de buitenkant van Arches national park, beroemd om zijn grootst aantal natuurlijke bogen. Evengoed waren de flanken rondom al indrukwekkend. Stijle wanden in gevlamde terracotta waar ik alleen de bovenkant kon van zien door van helemaal onderaan het raam naar boven te kijken. Een krekel voelde ik me tussen deze grillige wanden helemaal gehouwen door de natuur.

We werden warm onthaald daar, heet zelfs. Met meer dan 100° F (tegen de 40° C) zaten we zowat aan de dubbele temperatuur van Yellowstone. En we zouden de komende dagen nog genoeg puffen en drinken, water vooral.

Foto
0 Reacties

Going West part 14 : door Wyoming

8/31/2015

0 Reacties

 
Waarin we van noord naar zuid de volledige staat Wyoming doorkruisten en tussen heel veel niets, toch ook iets tegenkwamen.

Onderweg zijn was al een avontuur op zich. Wie in Europa langs de snelwegen een afstand aflegt, zal niet zoveel speciaals tegenkomen. Hier liggen de highway’s te velde en zagen we de filmdecors passeren.

We vertrokken vrij vroeg om 9u omdat we de nodige mijlen voor de boeg hadden. De eerste lange etappe liep door Yellowstone en Teton tot in Jacksonhole, waar we sinds lang onze koelkastvoorraad eens deftig konden aanvullen. Een mens wordt zowaar gelukkig bij een lucky market. De euforie nabij; omdat we eindelijk lekker brood vonden met knapperige korst en al. Van alle andere brood durven we zelfs luidop zeggen dat de prijs omgekeerd evenredig is met de smaak.

Bij de deur van die supermarkt grilden ze pepers en dat rook geweldig uitnodigend. Binnen was de keuze op z’n Amerikaans zo overweldigend. Bakken met allerlei soorten granen om zelf te scheppen. Ze organiseerden er ook een soort restaurantbuffet waar Marjolein en Ewout van puur contentement om zoveel vers, schaaltjes met rauwkost vullen. Mensen praatten ook gewoon met elkaar tussendoor, zelfs al ken je mekaar niet. Best gezellig. Dat zou ik thuis ook eens moeten proberen, eens zien wat het effect is. De picnik die middag aan de snake river was helemaal een feestje in de zon. Iemand kwam zelfs vertellen dat hij blij voor ons was, dat we daar zo gezellig zaten, al stonden we gigantisch fout geparkeerd.

Onze weg vervolgde via een kleine omweg naar het dorpje Daniël. Een specialleke. Tussen al het niets en de vele ranches van Wyoming kwamen we dit gehucht tegen waar 150 mensen wonen. Op het eerste zicht leek het een spookdorp met scheve en rechte houten gebouwen recht uit een westernfilm. Er wachtte een totaal verloederd en niet meer gebruikt tankstation en een postkantoor waarbij de waarschuwing stond dat de afhaaltijdstippen durven wijzigen. Dat verbaasde me niks. De kruidenierszaak was opgericht in 1905 en leek sindsdien niet meer geschilderd, de reclameboodschappen van lang geleden, stonden er nog steeds. De bar was nog het meest levendige gebouw, maar dat is nergens ter wereld anders. Helemaal te velde tussen het hoge gras  en de bloemen stond een rood en wit geschilderd schooltje ook al van begin de vorige eeuw. De kinderen worden er van ver in omstreken met de gele schoolbus naar toe gebracht. En naast de school bedelde een mager wit paard in de ranch om een appel.

Echt, ik voelde me zo een voyeur om hier foto’s te nemen, maar kon het toch niet laten. Wat zo bijzonder was voor ons, leek ongetwijfeld maar gewoontjes voor diegenen die er woonden.

Als ik nu thuis eens naar de dingen kijk zoals een Amerikaan? Dat is een strak plan.     

Foto
0 Reacties

Going West part 13 : laatste dag Yellowstone

8/28/2015

1 Reactie

 
Een dag voor reservedingen.

Eigenlijk had ik nog graag in de Lamar vallei gaan wandelen, weg van de vele toeristen en toch midden in een open natuur, waar de wilde dieren op tijd gespot konden worden, zodat het toch nog veilig bleef. Maar die vallei lag op een weg met teveel bizonhindernissen dus zouden we over het traject  bereveel tijd verliezen. Dichterbij onze camping lag Hayden vallei en die had ik op de kaart ook met fluo aangestipt.

Onderweg kwamen we evengoed een Yellowstone file tegen. Kon het komen door verschillende witte pluimen voor ons? Rook, brand of damp? Die hoge pluimen waren er de dag voordien niet geweest.  En toch, de damp kwam van geisers, we draaiden het raampje open en roken sulfur. Maar wat heet gewoon natuurlijk, als er langs de weg de ene dag wel, de andere dag geen stoom uit de grond komt die op mijlen afstand te zien is en heet genoeg is om asfalt te laten smelten. Want ook dat zagen we gebeuren, een gat in de weg met een stoompluim en daaromheen een veilig hekje. Dan is nog maar de vraag wat het gevaarlijkste is: de beren in de buurt of het feit dat we op een levende vulkaan zitten.

Wat zeker gek is, is dat we zo snel gewoon worden aan alles, (een geiser of bizon meer of minder) en toch bleven we ons verwonderen om de kleuren in de natuur, het moois dat we onderweg ontdekten. De opstopping voor ons werd trouwens alleen veroorzaakt door bizons die in slow motion de weg overstaken.

In de Hayden vallei trokken we een stuk de natuur in langs kreken en lage begroeiing.  We bleven letten op de sporen van wilde dieren, via wat ze op de onderweg hadden achtergelaten. Ineens deed Ewout teken dat we moesten stoppen. Midden op het pad lag een bizon te herkauwen, maar zodra hij ons in de gaten kreeg, zette hij zich recht. Hij was er niet gerust op. Wat kwamen die mensen in zijn domein doen? Wij waren er ook niet gerust op. Zou het beest durven aanvallen? De bizon werd pas rustiger toen we voorzichtig stappen achteruit zetten. Tegelijk op het verplichte pad blijven en ruim afstand houden van groot wild, viel moeilijk te combineren. Dus keerden we op onze stappen terug.  

De namiddag was ineens ideaal voor een boottocht op het water. Het viel op dat Marjolein en Ewout aan het stuur het formidabel heerlijk vonden om geen rekening te hoeven houden met de verkeersregels. Afhankelijk van het tempo dat de kapiteins aanhielden, zongen ze van ‘grease lightning’ tot ‘Piet pieraat, schip ahoi.’

’s Avonds wilden we eens echt Amerikaans doen met verse mais en aardappelen op de BBQ, maar op onze camping van die dag mocht geen vuur gemaakt worden. De plek stond onder verhoogd beer risico en men wilde absoluut vermijden dat beren afkwamen op gedrupte marshmallows of brokjes vlees in de vuurhaard.

Het was ook pas die laatste dag in Yellowstone dat we Marjolein en Ewout durfden vertellen dat een   63 jarige ervaren wandelaar was gaan joggen op een route op slechts een paar mijl van de camping waar we zaten. Hij was van het pad afgeweken en werd verrast door een vrouwtjesbeer. Een dag later deden ze de gruwelijke ontdekking van de afgekloven botresten van de man. We zagen bij het passeren inderdaad dat het bewuste wandelpad afgesloten was voor het publiek. Later hoorden we dat ze de beer hadden gedood. Wij kwamen geen beer tegen en uiteindelijk vonden we dat niet eens erg. Een teddybeer is leuker.

Wisten jullie trouwens waarom onze knuffels ‘teddy’ beer heten? Ja? Neen? Wel, het zit zo. President Roosevelt ging met zijn entourage op berejacht. Op een bepaald moment kwamen ze een jong beertje tegen en de president weigerde dat diertje dood te schieten. De dag nadien verschenen in kranten cartoons over de beer en de president. Een speelgoedproducent vroeg de president of hij de toestemming kreeg om een knuffelbeer op de markt te brengen met de Nick name van Theodore Roosevelt, inderdaad Teddy.

1 Reactie
<<Vorige
    Foto
    Wil je deze blog graag volgen?
    Dat doet me plezier.
    Post gewoon een bericht via 'contact' en je zit meteen op de eerste leesrij.
    Tot binnenkort.   

    Archives

    Augustus 2016
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015

    Categories

    Alles

    RSS-feed

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.