De nachten zijn vaak immens kort maar dat is dan weer goed om de achterstallige berg strijk in de plooi te krijgen en hier nog eens wat te schrijven.
Gisteren was er overleg met de arts/assistent op intensieve. Opa ademt nog steeds voor het grootste deel zelf, maar krijgt ook nog steeds een stuk ondersteuning van het toestel. Eigenlijk zou hij zo snel mogelijk van het toestel moeten af kunnen komen, we hebben alleen geen idee wanneer dat zal kunnen. Bij het overleg werd nog gesproken over een abces in de buikholte. Via medicatie kan dat niet genezen, dus zullen ze het anders aanpakken. Normaal zouden ze gaan doorprikken, maar mocht dat niet kunnen, dan zal er een operatie volgen om het abces weg te nemen. Over andere operaties zijn ze nog aan het overleggen. Tenslotte schrijven we vandaag 36 dagen na het ongeluk. En misschien is een ope aan de wervel niet meer zo nuttig. Maar daarover overleggen ze nog.
We weten zeker dat een aantal onder jullie graag op bezoek zouden komen, en dat zal zeker nog kunnen. Het moment dat opa meer bij bewustzijn is, dat babbelen echt mogelijk is, kan het dat het hem deugd zal doen om vrienden te ontmoeten.
Maar nu is alles zo vreemd. Ik hang zo snel mogelijk de familiefoto op in zijn kamer, want er is intussen een gigantisch verschil tussen de blije man daar op de foto en de man zonder baard in het bed. Wij houden ons voor dat hij ons hoort en herkent, maar zijn zelfs dat niet zeker. Hij kijkt wel in onze richting, of in de richting van waar de stemmen komen, maar door de straffe pijnmedicatie die hij krijgt is hij nog zo ver weg. Toch blijven we vertellen, met alles wat we in ons hebben.
Toen Schoonzoon en oma gisteren aan het onthaal gevraagd werden op welke kamer opa zou mogen liggen als hij vertrekt op intensieve, borrelde de gedachte zeker op dat we hopen dat dat moment snel mag komen. Of het nu een kamer zou mogen zijn met TV en koelkast, daar zijn we nu nog niet mee bezig.
Een vroedvrouw die in het UZ werkt en bevriend is met Middelste Zus, bracht ook even een bezoek op het intensieve en gaf daar iets belangrijks door. Officieel heet onze vader Daniël en dus spreken ze hem daar ook zo aan. En wij zijn het intussen al gewoon dat we de officiële naam zeggen als we hem gaan bezoeken om verwarring te vermijden. Maar de vroedvrouw was attent om aan de verpleegkundigen zijn roepnaam door te geven, want dat kan handig zijn als ze reactie willen krijgen.
Intussen blijven we zoeken naar dingen om ons aan op te trekken, mooie woorden ergens op de sociale media, reacties per mail of via andere kanalen. Een knuffel die ineens onze richting uitkomt. Ik hou vaak het lied van Jasper Steverlinck in mijn achterhoofd
And sympathy
Is what we need my friend
And sympathy
Is what we need
And sympathy
Is what we need my friend
'Cause there's not enough love to go round
Ik denk het wel dat er genoeg liefde kan zijn om rond te gaan, als we het maar durven uitdelen.
En ik merk dat we echt oog hebben voor ander moois, leuks, grappigs als tegenwind op al de rest. Vb. Deze datum 16.09.16; mooi toch. (Deze blog is iets Amerikaans, en terwijl ik dit pen is het daar nog niet de 16° vandaar de andere datum bovenaan)
Of zoals de parkeerkaart die we krijgen. We hoorden op intensieve dat we die kregen als opa er langer dan drie dagen zou blijven. We schertsen nog van ‘opa zal hier waarschijnlijk langer dan die tijd blijven hé’, en de verpleegkundige antwoord in alle ernst en had onze ironie niet door.
We zagen een arts door de gangen van het ziekenhuis fietsen, het hoeft dus niet meer gezegd te worden hoe groot alles is.
Deze nacht, jawel soms kan een mens niet goed de slaap vatten zat ik echt te glimlachen achter mijn pc. Eerst was daar Lieve Blancquaert die met haar programma kwam over borstkanker, dat ze het zo hard bewonderde hoe de vrouwen die ze ontmoette zo hard vochten, zo hard wilden leven. Lotgenoten zijn, schept een band
En dan kwam ik een post tegen van Katastroof die melde dat Djuul piercings had laten zetten aan de binnenkant. Met een röntgen foto erbij van de spillen die hij had gekregen. Het is dus maar hoe je alles bekijkt.
Gisteren was er overleg met de arts/assistent op intensieve. Opa ademt nog steeds voor het grootste deel zelf, maar krijgt ook nog steeds een stuk ondersteuning van het toestel. Eigenlijk zou hij zo snel mogelijk van het toestel moeten af kunnen komen, we hebben alleen geen idee wanneer dat zal kunnen. Bij het overleg werd nog gesproken over een abces in de buikholte. Via medicatie kan dat niet genezen, dus zullen ze het anders aanpakken. Normaal zouden ze gaan doorprikken, maar mocht dat niet kunnen, dan zal er een operatie volgen om het abces weg te nemen. Over andere operaties zijn ze nog aan het overleggen. Tenslotte schrijven we vandaag 36 dagen na het ongeluk. En misschien is een ope aan de wervel niet meer zo nuttig. Maar daarover overleggen ze nog.
We weten zeker dat een aantal onder jullie graag op bezoek zouden komen, en dat zal zeker nog kunnen. Het moment dat opa meer bij bewustzijn is, dat babbelen echt mogelijk is, kan het dat het hem deugd zal doen om vrienden te ontmoeten.
Maar nu is alles zo vreemd. Ik hang zo snel mogelijk de familiefoto op in zijn kamer, want er is intussen een gigantisch verschil tussen de blije man daar op de foto en de man zonder baard in het bed. Wij houden ons voor dat hij ons hoort en herkent, maar zijn zelfs dat niet zeker. Hij kijkt wel in onze richting, of in de richting van waar de stemmen komen, maar door de straffe pijnmedicatie die hij krijgt is hij nog zo ver weg. Toch blijven we vertellen, met alles wat we in ons hebben.
Toen Schoonzoon en oma gisteren aan het onthaal gevraagd werden op welke kamer opa zou mogen liggen als hij vertrekt op intensieve, borrelde de gedachte zeker op dat we hopen dat dat moment snel mag komen. Of het nu een kamer zou mogen zijn met TV en koelkast, daar zijn we nu nog niet mee bezig.
Een vroedvrouw die in het UZ werkt en bevriend is met Middelste Zus, bracht ook even een bezoek op het intensieve en gaf daar iets belangrijks door. Officieel heet onze vader Daniël en dus spreken ze hem daar ook zo aan. En wij zijn het intussen al gewoon dat we de officiële naam zeggen als we hem gaan bezoeken om verwarring te vermijden. Maar de vroedvrouw was attent om aan de verpleegkundigen zijn roepnaam door te geven, want dat kan handig zijn als ze reactie willen krijgen.
Intussen blijven we zoeken naar dingen om ons aan op te trekken, mooie woorden ergens op de sociale media, reacties per mail of via andere kanalen. Een knuffel die ineens onze richting uitkomt. Ik hou vaak het lied van Jasper Steverlinck in mijn achterhoofd
And sympathy
Is what we need my friend
And sympathy
Is what we need
And sympathy
Is what we need my friend
'Cause there's not enough love to go round
Ik denk het wel dat er genoeg liefde kan zijn om rond te gaan, als we het maar durven uitdelen.
En ik merk dat we echt oog hebben voor ander moois, leuks, grappigs als tegenwind op al de rest. Vb. Deze datum 16.09.16; mooi toch. (Deze blog is iets Amerikaans, en terwijl ik dit pen is het daar nog niet de 16° vandaar de andere datum bovenaan)
Of zoals de parkeerkaart die we krijgen. We hoorden op intensieve dat we die kregen als opa er langer dan drie dagen zou blijven. We schertsen nog van ‘opa zal hier waarschijnlijk langer dan die tijd blijven hé’, en de verpleegkundige antwoord in alle ernst en had onze ironie niet door.
We zagen een arts door de gangen van het ziekenhuis fietsen, het hoeft dus niet meer gezegd te worden hoe groot alles is.
Deze nacht, jawel soms kan een mens niet goed de slaap vatten zat ik echt te glimlachen achter mijn pc. Eerst was daar Lieve Blancquaert die met haar programma kwam over borstkanker, dat ze het zo hard bewonderde hoe de vrouwen die ze ontmoette zo hard vochten, zo hard wilden leven. Lotgenoten zijn, schept een band
En dan kwam ik een post tegen van Katastroof die melde dat Djuul piercings had laten zetten aan de binnenkant. Met een röntgen foto erbij van de spillen die hij had gekregen. Het is dus maar hoe je alles bekijkt.